Wat is een GOB ?

"Hagelandse Wijn" wordt erkend als kwaliteitswijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming V.Q.P.R.D. in de zin van verordening (EEG) 823/87 van 16 maart 1987, houdende vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen en volgens het in bijlage gevoegde lastencohier.

Brussel, 9 juli 1997
Minister-President L. Van Den Brande

Bijlage:
Lastencohier en Bijzondere bepalingen betreffende de erkenning van de Gecontroleerde Oorsprongs - Benaming V.Q.P.R.D.

  1. Begrenzing van de productiezone.
    De voor de productie van Hagelandse Wijn afgebakende zone bevindt zich in wijnbouwzone A in het Hageland, zijnde de streek gelegen tussen de Vlaamse steden Aarschot, Tienen en Leuven. Voor de ondergrond wordt verwezen naar de bodemkaart van het I.W.O.N.L. (Instituut voor aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheden en Landbouw). De percelen bevinden zich hoofdzakelijk op zuidelijk gerichte hellingen en heuvels met een correcte drainering en moeten voorafgaandelijk door de erkenningscommissie worden goedgekeurd en geinventariseerd.

  2. Wijnstokrassen.
    Voor de productie van de Hagelandse Wijn mogen volgende wijnstokrassen worden gebruikt: Müller-Thurgau; Optima; Ortega; Kerner; Siegerrebe; Pinot-Gris; Chardonnay; Riesling; Auxerrois; Bacchus; Schönburger; Pinot-Noir; Dornfelder; Limberger; Domina. De lijst van het assortiment aangeplante wijnstokrassen kan door de Erkenningcommissie op voorstel van de betrokken wijnbouwers worden herzien.

  3. Erkende Oorsprongsbenaming.
    De verwerking van de in artikel 2 bedoelde druiven tot druivenmost en van de druivenmost tot wijn geschiedt binnen het bepaalde gebied waar de druiven zijn geoogst. Voor de productie van de Hagelandse Wijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming moeten de druiven 100 % van de erkende productiezone afkomstig zijn.

  4. Bijzonder oenologische procédés.
    Voor de verse druiven, het gedeeltelijk gegiste druivenmost of de jonge nog gistende wijn, en uitsluitend op het wijnbedrijf mag:
    1. een verhoging van het natuurlijke alcohol-volumegehalte geschieden door toevoeging van saccharose, geconcentreerde druivenmost of gerectificeerde geconcentreerde druivenmost;
    2. een gedeeltelijke ontzuring geschieden. Deze ontzuring mag slechts plaatshebben tot een maximum van 1 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur, dat wil zeggen, 13,3 milli-equivalent per liter.

  5. Alcoholgehalte.
    Het minimum alcohol-volumegehalte moet 6,5% vol bereiken (OcHsie:1053). Het totale alcohol-volumegehalte mag niet lager zijn dan 9,5% vol. Het totale alcohol-volumegehalte mag in geen geval hoger zijn dan 11,8% vol.

  6. Opbrengst per hectare.
    De gemiddelde maximale opbrengst is beperkt tot 67 hl/ha. De opbrengst kan jaarlijks door de Erkenningscommissie worden aangepast.

  7. Aanvraag.
    Om de benaming "Hagelandse Wijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming" te bekomen moet een aanvraag bij de Erkenningscommisie worden ingediend. Het dossier moet volgende elementen bevatten:
    • naam en adres van aanvrager/producent;
    • kuip/vat-nummer;
    • productiejaar en volume;
    • wijnstokras(sen);
    • natuurlijk alcoholgehalte (= suikergehalte : 17)
    en een verklaring volgens dewelke de hele bewerking van druif tot wijn in de erkende productiezone plaats vond.

  8. Analyse en beoordeling van de organoleptische kenmerken.
    De producenten moeten wijn die de benaming Hagelandse Wijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming mag voeren, aan een analytisch en een organoleptisch onderzoek onderwerpen.
    1. Analytisch onderzoek.
      Doel van het analytisch onderzoek is controleren of de wijn voldoet aan de door de Erkenningcommissie opgesomde factoren. Alleen wijnen die voldoen worden aan een organoleptisch onderzoek onderworpen.
    2. Organoleptisch onderzoek.
      Het organoleptisch onderzoek heeft betrekking op kleur, klaarheid en smaak. De onderzochte wijn moet ten minste elf punten behalen op een maximum van 20. Ten minste vier punten moeten worden toegekend aan de kleur en klaarheid en acht punten aan de reuk en de smaak. Met het oog op deze analyses moeten 3 flessen van 75 cl aan de erkenningcommissie worden bezorgd. Het eerste monster is bestemd voor het analytisch onderzoek en het tweede voor het organoleptisch onderzoek. Het derde monster wordt bewaard voor een eventuele tegen-expertise. De kosten van de onderzoeken zijn ten laste van de aanvrager.

  9. Benaming.
    Onverminderd de bij de Erkenningcommissie toegestane aanvullende vermeldingen mag, mits de hierboven vermelde voorwaarden werden vervuld, de wijn de traditionele aanduiding "Hagelandse Wijn" - Gecontroleerde oorsprongsbenaming - dragen. De termen "Hagelandse Wijn" en/of "Hagelandse Wijn" - Gecontroleerde oorsprongsbenaming - en elke term die allusie maakt op de Hagelandse productiestreek zijn verboden voor niet erkende kwaliteitswijnen.

  10. Etikettering.
    De etikettering moet gebeuren conform de Europese voorschriften en meer bepaald Verordening (EEG) nr. 2392/89 van de Raad van 24 juli 1989.
    1. Verplichte vermeldingen.
      Voor wat de aanduiding en de aanbiedingsvorm betreft van de Hagelandse Wijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming gelden volgende voorschriften:
      • de vermelding Hagelandse Wijn moet worden aangebracht in letters van dezelfde grootte als de merknaam.
      • de vermelding Hagelandse Wijn wordt gevolgd door de vermelding "Gecontroleerde Oorsprongsbenaming" in letters die niet kleiner mogen zijn dan 1/3 maar ook niet groter dan de letters gebruikt voor de vermelding "Hagelandse Wijn".
    2. Facultatieve vermeldingen.
      De facultatieve vermeldingen met de historische gegevens van de wijn, informatie over de productiestreek of de wijnbouwer moeten verplicht op een tegen-etiket worden aangebracht. Deze vermeldingen mogen worden vervolledigd, mits voorafgaandelijk akkoord van de vzw VLAM door het teken "VV", het oorsprongslogo van de Vlaamse Landbouw, Tuinbouw, Visserij- en Agro-Alimentaire sector. Dit gebeurt bij voorkeur in kleurendruk.

  11. Bijzondere bepalingen.
    1. De klassering.
      De producent mag de wijn die recht heeft op de benaming Hagelandse Wijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming tot tafelwijn declasseren. Geklasseerde wijn verliest het recht op de erkende oorsprongsbenaming conform artikel 9 en mag evenmin het oorsprongslogo "VV", voorzien bij artikel 10.2 , op het etiket vermelden.
    2. Verkeer en in de handel brengen.
      Bij wijnverkeer in bulk moeten door de betrokken partijen altijd contradictorische monsters worden genomen. De erkenningcommissie die voorafgaandelijk aan elk bulktransport moet worden verwittigd zal desgevallend de bevoegde controlediensten van de andere Lidstaten verwittigen. De toepassingsmodaliteiten van de monstername worden door de Erkenningcommissie vastgelegd. Bedoelde producten mogen zich binnen de Gemeenschap slechts in het verkeer bevinden met een begeleidend document dat door de overheid is gecontroleerd.

  12. Erkenningscommissie.
    De erkenningscommissie zal bijdragen om de doelstellingen van de kwaliteitswijn te bereiken en alles in het werk stellen om de oorsprongsbenaming via alle nodige maatregelen te beschermen. Alleen de Erkenningscommissie is bevoegd met een gekwalificeerde meerderheid en in het kader van de Europese verordening, onderhavig lastencohier te wijzigen voor wat betreft artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10.2, 12 en 13. De erkenningscommissie is voorts bevoegd om nieuwe percelen geschikt voor de productie van kwaliteitswijnen te erkennen. Elke wijziging zoals hierboven bedoeld moet aan de bevoegde administratie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden genotifieerd.

    De erkenningscommissie is als volgt samengesteld:

    • 4 vertegenwoordigers van de wijnbouwers;
    • 2 vertegenwoordigers van de vzw Belgische Federatie van Wijn & Gedestilleerd;
    • 2 vertegenwoordigers van de Handel & Distributie;
    • 1 vertegenwoordiger van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken belast met de officiële controle voor de Lidstaat;
    • 1 vertegenwoordiger van vzw VLAM, Vlaamse Promotiecentrum voor Agro-en Visserijmarketing.
    Organisatie, werking en samenstelling van de Erkenningscommissie worden bij huishoudelijk reglement geregeld.

  13. Situatie van de wijngaard bij neerlegging van dossier.
    Elke producent uit de omschreven productiezone mag bij de Erkenningscommissie een volledig dossier indien met het oog op de opneming op de lijst. Binnen een termijn van drie maanden ontvangt hij een gemotiveerd advies van de Erkenningscommissie.

  14. Controle.
    Elke producent die een erkenningsdossier heeft ingediend of die reeds in bovenstaande lijst is opgenomen, moet zich op elk ogenblik onderwerpen aan controles door de Erkenningscommissie en door de bevoegde overheden.

    Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Minister-President en Vlaamse Minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie van 9 juli 1997.