Eind 2001 werd een professionele proefsessie gehouden met alle Lindener's vanaf 1992 tot en met 2000 en beoordeeld door deskundigen. In de negen jaar is de samenstelling van de wijngaard wel geëvolueerd. Vanaf 2001 is de samenstelling de volgende; 47% Chardonnay, 27 % Müller-Thurgau, 20 % Ortega, 4 % Siegerrebe en 2% Optima. U zult merken dat het vroeger anders was. Per jaar vindt u hieronder een technisch overzicht van de samenstelling en info over o.a. de eik lagering. De Lindener, Domein Tempelberg is een wijn waar elk jaar opnieuw met passie wordt aan gewerkt met de uitdaging toch weer een stukje meer de perfectie te kunnen benaderen. Bekijkt u het zelf maar......

1992
19 % Ortega
14 % Optima
67 % Müller-Thurgau

50 % op Slowaakse eik (elk tweemaal gebruikt gedurende 5 maanden)
50 % inox

Degustatie:

Fles 113
Excellente brillance in de opvallend lichte kleur voor zijn leeftijd. Zuivere neus, licht gebrand, witte jeneverbes, verse nootjes, fijn kruidig, beetje ranzige boter. Sappige smaak, krokant en levendig met een zacht vette ondertoon van rijp pitfruit; pittig karakter, nog zéér jonge zuren; sterk mineralig in de finale. Levendige bewaarwijn, nog jong en viriel.

Fles 114
Ronder en rijper, krachtiger in de smaak, melig en rijk met verfijnde zuren. Verrassend groot!!!

1993
13 % Siegerrebe
17 % Ortega
16 % Optima
54 % Müller-Thurgau

82 % nieuwe Franse eik gedurende 7 maanden
12 % inox

Degustatie:

Briljant, diep strokleur. Zéér aromatisch, relatie naar gewürztraminer, vettig, minder zuren, droge slanke structuur, minder lange afdronk. Vrolijke aromatische, soepele en elegante wijn, maar mist de diepgang van de mineraliteit van voorgaande.

1995 (wijn 1)
1,5 % Siegerrebe
11 % Ortega
11 % Optima
76,5 % Müller-Thurgau

100 % Franse eik 1 maal gebruikt

Degustatie:

Briljant, heel licht stro kleur. Lichte maar zuivere aanzet in de neus, elegant, fijn, groenig; discreet fruitig, onderliggende houttoon. Droge smaak, licht en elegant met rinse zuren; minerale structuur, citrus en licht houterig in de retro. Nog verrassend gesloten wijn… afwachten wanneer hij open komt! Lijkt uiterst interessant!

1995 (wijn 2)
4 % Siegerrebe
17 % Ortega
17 % Optima
55 % Müller-Thurgau
7 % Chardonnay (de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

64 % Franse eik 2 maal gebruikt gedurende 5 maanden
18 % Slowaakse eik 3 maal gebruikt gedurende 5 maanden
18 % inox

Degustatie:

Iets intenser van kleur. Meer floraal en complexer in de neus, reeds verder open. Breed, rond en aromatisch met fijne rijpe zuren; rijp en sappig met een lange afdronk; op dit moment meer geschikt om te drinken dan wijn 1 maar 1 wordt zeker de bewaarwijn!

1996
5 % Siegerrebe
9 % Ortega
10 % Optima
46 % Müller-Thurgau
30 % Chardonnay (de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

93 % Franse eik 2 maal gebruikt gedurende 5 maanden
7 % inox

Degustatie:

Briljant maar reeds geel koper van kleur. Kruidige neusaanzet met rijpe lelie, babbelut, rozemarijn, stro en stalgeur. Vrij complexe neus dus. Stalig minerale aanzet met strakke zuren; evolueert echter naar schraal en agressief zuur in de retro. Héél controversieel dus en daardoor moeilijk te proeven! Is hij over the hill?

1997
Door het slechte weer en veel ziekten hadden we een zeer kleine oogst. Alle druiven werden samen geoogst en geperst.
100 % op Slowaakse eik gedurende 5 maanden.

1998
11 % Ortega
58 % Müller-Thurgau
31 % Chardonnay (de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

80 % nieuwe Franse eik 2 maal gebruikt gedurende 3 maanden
20 % inox

Degustatie:

Zéér lichte witgele kleur. Zuivere en vrij open neus met florale en onrijpe toetsen voorop. Complexe smaak met nog gistige indrukken; rijp, vol en rond van karakter; een beetje eik merkbaar boven de fijne zuren met een lichte alcoholprikkel in de finale. Populaire wijn die echter het karakter van een minerale wijn mist.

1999
5 % Siegerrebe
21 % Ortega en Optima (samen)
37 % Müller-Thurgau
37 % Chardonnay (de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

76 % Franse eik: 50 % nieuw en 50 % 1 maal gebruikt
24 % inox

Degustatie:

Briljante, subtiele strokleur. Héél fijn parfum in de neusaanzet, niet opulent maar subtiel exotisch, fijn gistig met fruitbloesem in de evolutie. Karaktervolle minerale structuur; strak, nog zéér jong, rassige zuren; verfijnde retro in lang zinderende finale. Grootse wijn met diepzinnig karakter; nog piepjong maar grootse belofte!

2000 Cuvée Isabelle
50 % Müller-Thurgau: 100 % inox gerijpt
50 % Chardonnay: 100 % Franse eik: niet gebrand
(de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

Degustatie:

Diep strogele kleur, briljant. Primaire aroma's, loepzuiver fruitig maar oh zo gesloten op dit moment; laat tergend langzaam een tipje van de aromasluier vallen. Complexe maar verrassend fijne smaakstructuur die tegelijk elegantie en kracht uitstraalt. Vrij diepe minerale ondertoon in de retro en finale; tintelt bijna op de tong! Ravissante elegantie die steunt op een mineraal fundament als garantie voor de toekomst. Schitterende wijn voor de freaks van natuurwijn!

2000 Cuvée Filip
50 % Müller-Thurgau: 100 % Franse eik: niet gebrand
50 % Chardonnay: 100 % Franse eik: gebrand
(de malolactische gisting van de Chardonnay werd gedaan op Frans eik)

Degustatie:

Strokleur (niet helemaal helder wegens nog niet gefilterd. Verse eik, maar puur, meet een hint van verse vanille en toast. Onderliggend wit pitfruit bij beluchting. Sappige aanzet, verfijnd en zuiver; complex met fijne structuur maar stevig mineraal karakter; hout volkomen geïntegreerd. Complexe wijn met distinctie en fruit; tegelijk breed en slank! Groots door zijn complexiteit. Iets toegankelijker voor een breder publiek dan de Isabelle.

Info druivensoorten

CHARDONNAY:
In Duitsland noemt men deze wijn "Weiser Burgunder"

Steeds grotere verspreiding over heel de wereld. Is ontstaan door een mutatie van de Ruländer, bekend sedert de 15 de eeuw.

Kenmerken:

Moet geplant worden in een gebied waar hij minstens 80° öchsel kan halen in een grond die niet te droog is. In zandgronden is hij dus niet aan te raden. Het öchsel-gehalte stijgt met de jaren dat de plant veroudert. Op zuidelijke hellingen in het Hageland kan de chardonnay dus goed geteeld worden. In bestand tegen wintervriesweer. Is niet gevoelig voor de meeste ziekten van de wijngaard. De afstand tussen de rijen moet minstens 1,5 m gedragen. De opbrengst kan vrij hoog zijn. Wanneer goede klonen worden gebruikt kan de opbrengst zelfs 80 tot 85 hl/ha bereiken. Om een hogere kwaliteit te halen is het natuurlijk aangeraden serieus te snoeien om de opbrengst te beperken. De chardonnay heeft een vrij hoge zuurtegraad. Men kan dit verhelpen door een malo-lactische gisting te laten gebeuren. Bij een latere oogst ligt de zuurtegraad ook lager. Het resultaat van een chardonnay wijn is motiverend. Het geeft een wijn met een rijke body en met een aangenaam fris boeket. Hoe hoger de kwaliteit, hoe rijker het boeket. In Duitsland wordt de chardonnay soms aangevuld van de siegerrebe om een meer uitgesproken boeket te bekomen.

MÜLLER-THURGAU:

Deze druif vindt men vooral terug in Zwitserland, Zuid-Tirol, Oostenrijk, Hongarije, Slowakije, Tsjechië, Joegoslavië, Frankrijk (Elzas), Luxemburg en België. In 1882 gekweekt door de Zwitserse Prof. Müller uit Thurgau. Werd in 1913 definitief verspreid in Duitsland. De meeste bronnen geven aan dat de Müller-Thurgau afkomstig is van een kruising tussen de Riesling en Silvaner. De Duitser Elchelbacher meent echter dat hij in Duitsland stamt van een kruising tussen de Riesling, de Muskatel en de Gutedel. In Luxemburg noemt men de druif Rivaner.

Kenmerken:

Open tros - lichtgroen tot lichtgeel bij rijping - met diep ingesneden blad. Het hout is donkerbruin en de druif is middelgroot en heeft een muskaat boeket. Middelvroeg tot laat rijp. De druif heeft een öchel gehalte van 60 tot 75° wat een natuurlijk alcoholgehalte geeft van minimum 8,2 tot 11,5 alc. Vol. De M-T kan groeien in alle bodems, maar verkiest frisse niet te droge gronden. Groeit snel, wat op een 5 BB onderstam en met voldoende kali-en magnesium in de grond alleen nog versterkt wordt. Hij is wel zeer gevoelig voor Botrytisch (geeft barsten in de bessen) die dan ook zorgvuldig moeten bestreden worden. Hetzelfde geldt voor Peronospora of valse meeldauw. Hierbij worden de trossen bruin en de vruchten verdrogen. Het eindresultaat van de M-T geeft een lichte wijn met een muskaatsmaakje die jong moet gedronken worden. Indien men de opbrengst beperkt kan men echter wel een kwaliteitswijn bekomen. Druiven die komen van een zware bodem kunnen een bittere smaak geven. Als men die druiven overrijp laat worden, kan hij het milde van de Silvaner verenigen met het bloemige van de Riesling. Op z'n best wanneer hij wordt versneden met een Riesling en een Silvaner. Ook met Ortega, Siegerrebe en Chardonnay, en vervolgens gelagerd op nieuwe eik geeft deze druif een echte kwaliteitswijn die liefst een paar jaar op fles moet rijpen alvorens te genieten.

SIEGERREBE:

Afkomstig uit Duitsland waar hij in 1929 gekweekt werd uit een kruising van de Madeleine Angevinne en de Gewürztraminer. Het Duitse woord SIEGER = winnaar.

Kenmerken:

Middelgrote trossen en middelgrote roze bessen. De groei van de stokken is matig. Geënt op een 5BB onderstam geeft een betere houtvorming. In het voorjaar lopen de ogen vrij goed uit en bestaat er in ons klimaat wel eens gevaar voor nachtvorst, behalve wanneer men een goede beschermde plaats heeft. De grondsoort mag niet te voedselrijk zijn want hierdoor krijgt men teveel groen en te wijnig vruchtafzetting. Ook mag er niet teveel kalk in de bodem zitten om het gevaar voor chloroseverschijnselen te vermijden. De siegerrebe is matig bestand tegen ziekten. Vanaf augustus als ze begint te rijpen. Dit is zeer vroeg waardoor een groot gevaar bestaat voor wespenvraat. Deze druif geeft een vrij sterke geur waardoor de wespen aangetrokken worden. Na de wespen komen de bijen en zetten het verwoestende werk verder. De hele hoogst kan hier verloren gaan als men hiervoor niet organiseert. Het is dus ook een lekkere druif om zo te eten. De rijpe druif kan een öchsel bereiken van 100 °, wat gelijk is met een natuurlijk alcohol gehalte van 14°. Geeft een buitengewoon goede wijn, intensieve en aantrekkelijke geur, en een erg volle smaak. In goede jaren geeft dit een zeer hoge kwaliteitswijn die lang kan rijpen. Toegevoegd aan andere wijnen geeft dit dus een duidelijke meerwaarde aan het eindresultaat. Een druiven ras die goed scoort in noordelijke wijngebieden.

ORTEGA:

Ook een Duitse druif, genoemd naar de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset, en een kruising tussen Müller-Thurgau en Siegerrebe.

Kenmerken:

De goede eigenschappen zijn: vroeg rijp nl. reeds half september, behaalt 80 öchsel (10,8 natuurlijke alcohol) en heeft een matig grote opbrengst aan middelgrote trossen en groen-gele bessen. De struiken groeien matig en de winterhardheid is goed. De ogen lopen middellaat uit waardoor er weinig gevaar bestaat voor nachtvorstschade, mede door de late bloei. Goede ziekteweerstand, alleen aan Botrytisch is de Ortega gevoelig. Ook gevaar voor wespenvraat. Brengt ook goede en hoogstaande wijnen voor, zelfs als tafeldruif zijn ze niet te versmaden. De smaak doet denken aan de Siegerrebe en heeft een kruidige toets.